COLUMN:"HET NIEUWE SINTERKLAASFEEST."
- Theo Dundas
- 2 dec
- 3 minuten om te lezen
"Een traditie onder het licht gezet."

Door de jaren heen zijn tradities gekoesterd, verdedigd en soms zelfs misbruikt. Vandaag wil ik het dan ook hebben over een feest dat in onze samenleving zo vanzelfsprekend leek: Het Sinterklaasfeest.
Een feest dat mij als kind in Suriname werd voorgeschoteld als iets vrolijks ( cadeautjes, pepernoten en gezang), met tegelijkertijd een angstige ondertoon (zwarte piet, de roede, meegenomen worden naar Spanje).
Ik herinner me hoe ik als jongen van zes Ć zeven jaar met gemengde gevoelens naar het feest keek. Aan de ene kant de spanning en vrolijkheid van de klasgenootjes, de verhalen, de geur van zoetigheid.
Maar tegelijkertijd was daar angst. En niet zomaar angst, maar gerichte angst voor Zwarte Piet. In Suriname werd er verteld dat hij je kon slaan met zijn roede als je stout was geweest, dat hij je ās avonds bij je been kon grijpen, dat hij je mee kon nemen naar Spanje als je niet luisterde. Voor volwassenen waren dit āverhaaltjesā, maar voor mij als kind waren het dreigingen die levensecht voelden. Zijn verschijning, zijn onverwachte binnenkomen, zijn stem⦠alles maakte dat ik oprecht bang was zodra zijn naam viel.
Het waren vooral de avonden die bleven hangen. Zodra de zon onderging, veranderde de sfeer. Buurtkinderen en familieleden riepen elkaar waarschuwingen toe, alsof er iets in de lucht hing dat we niet helemaal konden benoemen. Ik herinner me hoe volwassenen soms klopten op ramen of deuren āom te laten weten dat hij in de buurt wasā. Voor hen was dat plagen, voor ons was het bloedserieus.
Ik lag met de deken tot aan mijn kin, luisterend naar ieder geluid buiten. Een schuifelende voetstap, een stem op straat, een windvlaag tegen het raam⦠alles kon betekenen dat zwarte piet in de buurt was. Dat waren de nachten die je als kind niet vergeet.
Toch deden we mee, want het hoorde erbij. Je kreeg cadeautjes, er werd gelachen, het feest was ingebed in het dagelijks leven. In mijn jonge jaren vond ik het zelfs geweldig, maar toen ik op later leeftijd ontdekte wat de oorsprong was van bepaalde elementen van het feest begon het conflict.
Het wringen tussen de herinnering van een vrolijk kinderfeest en de werkelijkheid dat bepaalde aspecten rechtstreeks verwezen naar een slavernijverleden waar je als zwarte man nooit volledig van loskomt.
Dat was geen kleine ontdekking. Dat was een klap die bleef hangen. En ja, het was moeilijk om de switch te maken, want je jeugd neem je met je mee, of je dat nu wil of niet. Maar laten we eerlijk zijn: een groter bedrog dan het wegwuiven van die pijn bestaat er niet.
Decennialang is er gedaan alsof iedereen dit feest op dezelfde manier beleefde.
Alsof bepaalde beelden onschadelijk waren. Alsof wij, zwarte mensen, het maar moesten accepteren omdat het ātraditieā was.
Het bewijs van wat er mis was, zag je in de praktijk: mensen inclusief kinderen die werden uitgescholden, vergeleken, gepest. De pijnlijke manier waarop sommige mensen naar je keken zodra december naderde. Of de ongemakkelijke verzoeken om āzelf Zwarte Piet te spelenā.
Het is niets minder dan het gevolg van een culturele blindheid die veel te lang heeft geduurd.
Gelukkig zijn er mensen geweest die weigerden mee te gaan in dat verhaal.
Die opstonden, die de discussie niet schuwden, die het onrecht blootlegden.
En dankzij hen is er beweging gekomen.
Nu zien we roetveegpieten, een feest dat toegankelijker wordt, een sfeer waarin veel meer mensen zich welkom voelen.
En dat is niet alleen mooi, het is noodzakelijk. Want kinderen horen het positieve mee te krijgen, niet de erfenis van een verleden dat hen of een ander buitensluit.
Ik begrijp dat sommige mensen moeite hadden met de verandering.
Verandering schuurt, altijd.
Maar het doet mij goed om te zien dat steeds meer mensen de waarde van die aanpassing erkennen. Dat de groep die deelneemt alleen maar groter wordt. Dat de samenleving groeit in bewustzijn, al blijft er altijd een harde kern die weigert los te laten.
Maar laten we helder zijn: een feest dat pijn veroorzaakt, heeft geen toekomst.
Tradities moeten ruimte maken voor menselijkheid.
Er hoort geen enkele racistische schaduw in een kinderfeest te bestaan. Punt.
Juist daarom ben ik dankbaar voor de mensen die hun blik hebben verruimd en ruimte hebben gemaakt voor verandering. Zij hebben laten zien dat tradities kunnen groeien en dat het mogelijk is een feest te creƫren waar niemand herinnerd wordt aan een pijnlijk verleden en racisme. Dankzij hun moed kan dit feest steeds meer mensen verwelkomen, en dat geeft mij de hoop dat we samen bouwen aan een traditie die echt van ons allemaal is.

Opmerkingen