Mislukte plaatsingen tekenen je voor het leven
- Melisa D Halley

- 7 sep 2023
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 5 jul 2024
Als gezinshuisouder rouw je ook, elke keer wanneer er een plaatsing mislukt. Wij hebben nu 3 mislukte plaatsingen achter de rug en ik moet eerlijk bekennen. Deze 3 mislukte plaatsingen hebben littekens achtergelaten. Soms wil een kind of jongere zelf niet meer, maar vaak ben je toch zelf diegene die moet aangeven dat de plaatsing stopt. Beide scenario's zijn bittere pillen om te slikken.
Natuurlijk ligt de focus voornamelijk bij de schade die zo'n overplaatsing heeft op het kind of jongere. Echter heeft het vaak net zoveel impact op gezinshuisouders en de kinderen/jongeren die wel nog in het gezinshuis wonen. Hoe langer het kind of jongere in het gezinshuis heeft gewoond, hoe groter het gemis, verdriet, teleurstelling, somberheid, twijfel en soms zelfs boosheid er kan zijn.
Maar daarnaast is er ook het stukje besef dat je als gezinshuisouder geen superhuman bent die de hele wereld kan redden, dat het leefklimaat voor jezelf en de andere kinderen ook gezond moet blijven, of dat je een kind soms niet kan bieden wat het echt nodig heeft.
Het wrange van alles is dat je wel veel leert van elke mislukte plaatsing. Niet alleen over jezelf, maar ook wat wel en niet past/haalbaar is binnen je gezinshuis. Dit maakt ook dat je een sterker persoon wordt en bewustere keuzes maakt bij een nieuwe plaatsing. Wat weer leidt tot een gezonder leefklimaat binnen je gezinshuis.
De meeste mensen beseffen vaak niet hoeveel een gezinshuisouder van zichzelf heeft gegeven om te voorkomen dat dit doemscenario plaatsvindt. Maar de gelijkenis die ik laatst van iemand hoorde raakt mijn hart. Ze zei: "een gezinshuisouder kun je eigenlijk vergelijken met een brandende kaars. Je geeft als ware jezelf om een licht te zijn voor een kind." En dat klopt als een bus.
Continue fungeren als een brandende kaars kost je echt alles. Een ding heb ik echter wel besloten, ongeacht wat er gebeurd, ik ben en blijf die brandende kaars, totdat er niks meer te branden valt.



Opmerkingen